Wat een leuke verrassing! Toen we afgelopen zaterdag de krant opensloegen ontdekten we een prachtig artikel over Restaurant La Terra,op Landgoed De 4 Elementen. Jacques Hermus bezocht onaangekondigd onze camping om het restaurant eens goed onder de loep te nemen. Hieronder vind je zijn verbindingen.
Storm giert over het vlakke land, windvlagen zwiepen het water in het Van Starkenborghkanaal op tot schuimende golven. Sneeuwvlokken dansen op de grens van Friesland en Groningen, die hier in de geschiedenis vloeiend is geweest. We zijn op weg naar restaurant La Terra in Stroobos.
Gelegen op een soort schiereiland in het kanaal, te bereiken via een weggetje dat dwars door een silo van een mengvoederfabriek voert. Een hek, gesmeed in de vorm van een boom, zwaait zachtjes open en via een sfeervol verlicht pad worden we geleid naar het restaurant. De entree van La Terra is nog een beetje onduidelijk, er lijken nog wat verbouwingswerkzaamheden. Ze zijn pas sinds augustus geopend.
Binnen is de verbouwing helemaal afgerond. Het interieur is strak, het meubilair evenzeer, met in stijl en kleur hinten van de sixties. Kunstwerken, uitgekiende verlichting: hier is over nagedacht. Het is er rustig, de bediening zegt dat er slechts één tafel is gereserveerd. ,,Dat zijn wij”, zeggen we monter.
La Terra is onderdeel van De Vier Elementen, een bedrijf dat zich richt op mensen met enige afstand tot de arbeidsmarkt, zoals dat zo mooi heet. Ze bestieren hier onder begeleiding een camping en passantenhaven, een supermarkt en dus een restaurant. Onze gastheer blijkt vanavond ook onze chef. Mooi, dat zijn korte lijnen. Hij geeft aan dat hij wat onwennig is met het dienblad met de glaasjes prosecco – ,,ik sta normaal alleen in de keuken” – maar het gaat hem prima af. Net als het koken in die keuken, zo zal blijken. Met slechts één tafeltje bezet is de uitdaging misschien niet zo groot, maar toch.
Met in de hand het glaasje prosecco kunnen we rustig de kaart doornemen. Een driegangenmenu kost hier 29,50 euro, maar je kunt natuurlijk ook een of twee gangen nemen. We zijn aan het werk, dus zijn het worden er drie.
Maar eerst de voorafjes. Zoals huisgebakken brood met gezouten kruidenboter, waarin een mooi anijzige dragon is verwerkt. Erbij een plateau met tapenade van zongedroogde tomaten, uitstekende olijfolie en knisperend zout, op smaak gebracht met za’atar. Gevolgd door een amuse die ook in drie delen komt: we proeven een gelei met gekonfijte citroen en kaneel, een crème van venkel, popcorn, dennennaalden en poeder van kruidkoek en een bakje Italiaanse roomkaas met reepjes geroosterde paprika. ,,Ze zijn hier niet van de straat”, zegt mijn tafelgenote goedkeurend. ,,Spannende mondvermaakjes.”
En dan krijgt ze als voorgerecht ook nog eens tartaar van gerookte forel met garnalen. Een plaatje van een bord. De gerookte forel komt in ronde vorm, een tikje gekruid. Er bovenop Hollandse garnalen, een friszure mayonaise, wat geglaceerde ui en ingemaakte stukje raap. Wat komkommer en tuinkers geven frisgroene tinten en een even frisgroene smaak.
De pinot blanc van Martin Zahn uit het Elzasser dorpje Ribeauvillé omspoelt de forel alsof het de natuurlijke habitat van de vis is. Krachtige wijn ook voor mijn voorgerecht, de carpaccio. Die wordt vandaag geserveerd met morilles, truffelmayonaise en rucolapesto. Dat lijken veel smaken voor die arme plakjes vlees, maar ze gaan perfect samen. Er komt zelfs nog wat zoetzuur bij van ingemaakte raap en wat umami van een paar schaafsels parmezaanse kaas. Toegegeven, Harry Cipriani zou zich hebben omgedraaid in zijn graf als hij had gezien hoe zijn creatie was aangekleed, maar wij vinden dit een heel smakelijke creatie.
Ik keer op de lokale aarde terug met het Groninger runderstoofvlees met gekruide groenten en een chutney van peer. Een stevig potje stoof, het vlees is tamelijk goed ingepakt in een lekker vettige bouillon en afgemaakt met wat groentensnippers. Niks mis mee voor een stormachtige winteravond. De perenchutney is friszoet, en als extraatje komen er perfect gefrituurde chips van zoete aardappel bij.
Als garnituur verwelkomen we een bakje met mooi gebakken aardappeltjes – in de schil –, wat sperzieboontjes en een frisse salade die helaas nauwelijks is aangemaakt. Voor de dame aan de overkant maakt dat nauwelijks uit, die heeft een forse ribeye steak met geroosterde ratatouille, tuinkruiden, marsala en pepersaus. De ribeye is rood besteld, en rood zal hij geleverd worden. Getrancheerd in grote stukken spat de malsigheid van het vlees af. ,,Maakt mij niet uit of dit vlees links of rechts van de provinciegrens komt, het moet een gouden weitje zijn waar hij heeft gegraasd.” Eventuele kritiek op de tamelijk vrije interpretatie van het begrip ratatouille – we zullen in de oorspronkelijke Provençaalse versie geen prei of gebakken champignons zien – smoort in de smaakrijkdom. De saus is gul.
Net als de loftrompet gestoken gaat worden komen de desserts. De huisgemaakte brownies met vanilleparfait en noten passen nog in de euforie van de voorgaande gerechten, maar de tiramisu ‘La Terra-stijl’ is een misser. Drie lange vingers die zijn geweekt in slappe koffie en zompig zijn geworden, kunnen niet meer gered worden door dotjes mascarpone en frivole koekjes. ,,Jammer”, zegt tafelgenote, maar ze blijft enthousiast. ,,Als dit een afstand tot de arbeidsmarkt is, dan moet die arbeidsmarkt als de wiedeweerga die afstand overbruggen.” Die kan onze chef annex maitre annex jasaannemer in de zak steken.
Bron: Leeuwarder Courant